Onze ervaringen

Belasting betalen? In verzet!

U krijgt als ondernemer een belastingaanslag opgelegd die juist is. Vanwege tijdelijke financiële problemen kunt u die nog niet betalen. Gaat het om een levensvatbare onderneming met tijdelijke betalingsproblemen, dan zijn er mogelijkheden voor een betalingsregeling en is de Belastingdienst ook verplicht om daaraan mee te werken.

Tegenwoordig is het ook vaak een probleem dat de Belastingdienst onvoldoende tijd geeft om een financiering van de bank te krijgen. Werkt de Belastingdienst ten onrechte onvoldoende mee en dreigt beslaglegging, openbare verkoop of faillissementsaanvraag dan betekent dat “einde bedrijf”.

Met een civiele verzetprocedure bereik je dat de Belastingdienst pas op de plaats moet maken totdat de rechter heeft beslist. Dit geeft u de tijd om uw zaken te regelen en uw bedrijf voort te zetten.

 

Niet meer kunnen betalen

Is het voor u als ondernemer duidelijk dat u de juiste belastingaanslag nooit meer kunt betalen, dan krijg je een ander scenario. Er kan geprobeerd worden om met alle schuldeisers waaronder de Belastingdienst tot een schuldeisersakkoord te komen, waarbij een gedeelte van de schulden wordt kwijtgescholden. Lukt dat niet en wordt een faillissement onafwendbaar, dan is het belangrijk om goed te bepalen of in de tussentijd bepaalde schuldeisers waaronder de Belastingdienst wel of niet betaald moeten worden.

Dit kan na het faillissement grote gevolgen hebben. De Belastingdienst kan bijvoorbeeld de bestuurders van een B.V. aansprakelijk stellen voor niet betaalde BTW of loonbelasting.

 

Zekerheidstelling

U bent als ondernemer het niet eens met een belastingaanslag en daartegen voert u een fiscale bezwaar- of beroepsprocedure. Het komt steeds vaker voor dat de Belastingdienst dan toch al betaling of zekerheid eist, terwijl de aanslag nog niet vast staat en u niet wil of kunt betalen of zekerheden verstrekken.

Gaat de Belastingdienst dan toch al over tot een beslaglegging, dan kan dat zo maar het einde van het bedrijf betekenen omdat de financiers zenuwachtig worden en de kredieten opzeggen of leveranciers niet meer leveren. En dit terwijl nog niet eens vaststaat dat de aanslag daadwerkelijk juist is! Ook in deze gevallen kan een kort geding of verzetprocedure uitkomst bieden omdat dan de Belastingdienst geen verdere invorderingsmaatregelen meer kan nemen totdat de rechter heeft beslist.

 

Weer terug op de goede weg

Het komt ook voor dat u als ondernemer, bijvoorbeeld door allerlei persoonlijke omstandigheden, uw fiscale verplichtingen heeft laten versloffen. Er zijn geen aangiftes meer ingediend en liet alle blauwe enveloppen ongeopend.

Op een gegeven moment is voor de Belastingdienst de grens bereikt en dreigt de boel te worden verkocht en/of het faillissement te worden aangevraagd. Ondanks alles, is dat toch niet altijd een kansloze situatie. Vereist is dan wel dat u als ondernemer laat zien de goede weg op te willen. Hoe langer hiermee wordt gewacht, hoe moeilijker het natuurlijk wordt om de Belastingdienst tot medewerking te overtuigen of te dwingen.

 

Boeken/FIOD onderzoek

Is 'Samen uit ook samen thuis?'

Een tijd geleden zijn er bij een paar ondernemers van een bepaalde supermarktketen “onregelmatigheden” ontdekt. Vervolgens krijgen alle andere ondernemers van die keten een brief van de Belastingdienst waarin staat dat bekend is dat ook zij belasting hebben ontdoken en dat zij beter nu “vrijwillig” kunnen toegeven omdat dan de boete lager is. Uiteraard met de dreiging dat als er niets wordt toegegeven, er een boekenonderzoek wordt ingesteld. Ga je als ondernemer of accountant op dit soort chantage-praktijken in?

 

Omkering van de bewijslast

De Belastingdienst vermoedt verzwegen omzetten of gefingeerde kostenposten met valse facturen. Dat is voor de Belastingdienst vaak lastig te bewijzen, terwijl dat wel vereist is. Deze probeert dan, door te wijzen op formele tekortkomingen in bijvoorbeeld administratie, aangifte of informatieverplichtingen, de bewijslast “om te keren” zodat de ondernemer met de bewijslast opgezadeld wordt.

Degene die in dit soort zaken de bewijslast krijgt toebedeeld, zal bijna altijd het onderspit delven. Kennis van deze formele spelregels is dus noodzakelijk. Sinds 2011 kennen we gelukkig de informatiebeschikking die de ondernemer in veel gevallen een betere rechtsbescherming biedt. De inspecteur is dan gedwongen om te kiezen: of eerst een informatiebeschikking afgeven waartegen bezwaar en beroep bij de rechter mogelijk is, of de aanslag opleggen zonder de mogelijkheid tot omkering van de bewijslast.

 

Buitenlandse bankrekeningen: Schoon schip?

Een cliënt komt bij mij met de mededeling dat hij over een buitenlandse bankrekening of ander vermogen beschikt waarvan de Belastingdienst geen weet heeft. Hij zou eigenlijk wel “schoon schip” met de Belastingdienst willen maken. Enerzijds omdat hij bang is voor ontdekking en anderzijds omdat hij er achter is gekomen dat besteding van het geld moeilijk is en misschien ook wel omdat de inkeer- regeling aantrekkelijker kan zijn (een lagere boete).

Ik kan dan wel uitrekenen hoeveel dat “schoon schip maken” kost. Dit is vaak afhankelijk van de herkomst van het geld en de periode waarover het zich heeft afgespeeld. Het is vervolgens aan de cliënt om te bepalen wat hij gaat doen of wat ik kan doen. Ik kan uiteraard de verdere afhandeling met de Belastingdienst verzorgen. Daar zijn voor de cliënt vrijwel geen “toestanden’’ meer aan verbonden; van hem/haar is vaak niet meer nodig dan een handtekening onder de vaststellingsovereenkomst met de Belastingdienst en de uiteindelijke betaling aan de Belastingdienst (en uiteraard graag ook aan mij). Belangrijk om te weten is wel dat de Belastingdienst niet meewerkt op basis van “anonimiteit” of zonder verstrekking van de bankgegevens.

 

 

 

Aansprakelijk gesteld? Melding betalingsonmacht? 

Een B.V. met financiële problemen laat betaling van omzetbelasting en/of loonbelasting achterwege. Een bestuurder van de B.V. kan dan persoonlijk op betaling worden aangesproken. Zijn privé- vermogen kan dus worden uitgewonnen voor belastingschulden van de B.V. .Dit gevaar kan vaak worden voorkomen door het tijdig en juist doen van een zogenoemde “melding betalingsonmacht”. Blijft dit achterwege, dan is het vrijwel altijd een verloren zaak. Een gevolg van een melding betalingsonmacht is wel dat de belastingdienst normaalgesproken snel op de stoep zal staan. Het is dus wel zaak om de belangen goed af te wegen.

 

Uitzenden en inlening

Bekend is ook de problematiek met ingeleende werknemers. Indien de uitlener de voor zijn werknemers verschuldigde loonheffingen of de btw niet afdraagt, kan de inlener hiervoor aansprakelijk worden gesteld.

Dit gevaar kan grotendeels worden voorkomen of gematigd door juist gebruik te maken van een erkend uitzendbureau, een gedeeltelijke betaling via een G-rekening of een rechtstreekse betaling aan de Belastingdienst, of het zelf bijhouden van een volledige schaduw- loonadministratie en het opvragen van een verklaring betalingsgedrag. Dat is een hele administratieve rompslomp, maar het kan u veel ellende besparen.

 

Ketenaansprakelijk of niet

Ook de “ketenaansprakelijkheid” is bekend. Aannemers zijn dan aansprakelijk voor de onbetaald gebleven loonheffingen van de werknemers van de onderaannemers.

Maar ook een “gewone” opdrachtgever die (een gedeelte van) zijn “normale “ bedrijfsuitoefening uitbesteedt aan een ander, kan aansprakelijk worden gesteld. Ook in dit soort situaties is het uitkijken geblazen en zaak om voorzorgsmaatregelen te treffen (zie uitzenden en inlening).

Paarden

Al ruim 20 jaar ben ik betrokken bij fiscale procedures over pensionstalling, instructie, fokken en opfokken, training, africhting en handel.

Meestal ging het daarbij over de omzetbelasting (btw). Maar ook voor de inkomstenbelasting, vennootschapsbelasting en WOZ kunnen grote belangen aan de orde zijn.

Hoe overtuig je een inspecteur of rechter die vaak niet goed op de hoogte zijn van wat er op het paardenbedrijf gebeurt en de toch nog steeds typische gebruiken in de paardenwereld?